Denemarken was jarenlang voorloper op het gebied van duurzame energie: inmiddels draait ruim veertig procent van het land op windenergie. Maar nu vindt ook Denemarken het te duur.
Een gebrek aan ambitie kun je de Denen niet verwijten: in 2012 besloot het parlement dat in 2050 alle energie die in Denemarken wordt gebruikt groen moet zijn. Liefst 95 procent van het parlement stemde daarmee in.
Als tussendoel zou de helft van de Deense economie in 2020 op windenergie moeten draaien. En de Denen leken hard op weg om dat doel te gaan halen: nu is 42,1 procent van de energie die wordt gebruikt afkomstig van de wind. Binnen vier jaar zouden er nog eens vijf grote windparken worden bijgebouwd.
Ter vergelijking: Nederland wil dat van alle energie die in 2020 wordt gebruikt 14 procent uit duurzame bron is. Heel wat minder gewaagd dan de Denen. (En we liggen niet eens op koers om dat doel te halen.)
Maar de Deense regering vindt de plannen nu toch wel erg duur en heeft daarom de koers drastisch gewijzigd. De bouw van de windmolenparken is afgeblazen en de ambitieuze doelen zijn op de lange baan geschoven.
Te hoge prijs
"Sinds 2012 zijn de kosten van groene energie dramatisch gestegen", zo stelt Lars Christian Lilleholt, de minister van Energie, tegenover persbureau Reuters. Denemarken heeft dan ook de hoogste energieprijzen van Europa, zie onderstaande grafiek.
(Prijs per kWh, klik voor vergroting)
Dat komt voornamelijk vanwege de hoge belastingen die op energie worden geheven om de windturbines mee te betalen. Dat is niet langer houdbaar, zo vindt het Deense kabinet. Bedrijven en consumenten moeten een te hoge prijs te betalen. "Het Deense energiebeleid blijkt te duur", aldus de minister.
De Europese Commissie bepaalde onlangs bovendien dat de hoge belastingen oneerlijk zijn, omdat daarmee binnen Denemarken goedkope groene energie geproduceerd kan worden, meldt de Deense site The Local. Buitenlandse aanbieders kunnen zo niet eerlijk concurreren.
De belastingen zouden in de komende tien jaar ongeveer 9,5 miljard euro opbrengen, evenveel als de aanlegkosten van de vijf windmolenparken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl